Ziekte van Lyme

Gepubliceerd op 11 december 2018 om 15:05

Het is gelukkig al weer heel wat jaartjes geleden.  Ik had intussen ook al het een en ander voor mijn kiezen gehad.  Twee weken op bed met een hersenschudding.  Gewoon lekker een fietsritje met mijn schoonzusje op een prachtige dag in de vakantie.  Maar je weet hoe dat gaat...

Op onze racefiets scheurden we al kletsend over de dijk en plotseling wist ik niks meer.  Het eerste wat ik meekreeg was de stem van mijn huisarts.  'Aardige jaap,'  hoorde ik als in een mist, waarna ik meteen weer wegzakte in de duisternis.  Pas toen ik thuis door de voordeur gedragen werd, kwam ik bij.  Ik werd in de bank gezet en het verbaasde me dat ineens mijn zus en zwager binnen liepen.  Ik weet nog dat ik vroeg: 'Waar komen júllie nou zo gauw vandaan?'  'Nou, dát is puur toeval!!'  reageerde mijn zus die naast me op de bank kwam zitten.  Het werd een gezellige middag, want ik voelde me eigenlijk best...

Tót de volgende ochtend.  Tóen snapte ik pas dat de huisarts, die aan het eind van de middag nog even langs was gekomen, zo kwaad geworden was dat ik niet op bed lag.  Ik heb geloof ik nog nóóit zó'n hoofdpijn gehad.  Ik kon mijn hoofd niet eens meer van mijn kussen omhoog krijgen.

Maar goed, ook dát ging weer over.  Tóen kreeg ik later ook nog eens op een vakantie in Joegoslavië een Samonella-vergiftiging, die járen later nóg voor problemen zorgde als ik erg druk was.  Dan stak het gewoon de kop weer op en kon ik zó verschrikkelijk moe zijn!  Tenminste, daar kwam ik pas later achter dat dat de boosdoener was, met een verschrikkelijke nasleep.

Ook dáár genas ik weer van.  Maar tot overmaat van ramp, gebeurde er iets waar ik totáál geen weet van had.   Het was op een zomerse avond dat we ons voorbereidden op een 25-jarig huwelijksfeest.  Ik voelde me de hele dag al niet echt fit.  Het leek erop dat ik een griepje onder de leden had, maar wilde het feest niet missen.  Ik slikte 2 paracetamols en knapte gelukkig weer op, waardoor we tóch naar het feest konden.  Ik weet nog dat het zelfs héél laat geworden was.  Ik dacht er eigenlijk al niet eens meer aan.  Ik voelde me goed.

Tót een dag of 5, 6 later het weer de kop op stak.  Weer slikte ik een paar paracetamols en weer knapte ik op.  In de loop van de maanden merkte ik dat ik er maar niet vanaf kwam.  Telkens bleef het de kop opsteken en het verontrustte me een beetje dat de goeie dagen die er tussen zaten, steeds minder werden.  Heel langzaam maar zeker knapte ik niet echt meer op zoals voorheen en merkte na een dag werken dat ik veel vermoeider was dan ik gewend was.

Het was een half jaar later dat ik besloot een bezoekje aan de huisarts te brengen.  'Laten we maar eens bloedprikken,' zei hij.  'Ik kan me eigenlijk niet herinneren wanneer dat gebeurd is bij jou.'  Ik was blij dat er iets ging gebeuren.  Misschien zou er iets uitkomen.  Tenminste, dat hóópte ik.  Maar een week later had ik een afspraak voor de uitslag.  'Nou, je bent zo gezond als een vis,' klonk zijn stem goedgemutst en ik keek hem aan of hij me in de maling nam.  'Waarom vóel ik me dan niet gezond?' Ik zag hem zijn schouders ophalen.  'We zijn allemaal maar mensen.  Ik neem aan dat je werkt?  Huishouden erbij...  Ik wijd het meer aan stress eerlijk gezegd.'  Nou, daar zat ik dan.  Ik wíst dat het daar niet aan lag.  Waarom zou ik me in die tussenperioden dan wél goed gevoeld hebben?

Er ging een jaar voorbij.  Het enige dat er aan mijn situatie veranderde, was dat ik steeds moeier werd.  Ik besloot nóg een keer bloed te laten prikken, met weer hetzelfde resultaat.  Nog eens twee jaar later was ik nog een schaduw van mezelf.  Ik werkte nog steeds, want er was geen aanwijsbare reden waarom ik me ziek zou melden.  Maar ik moest het uit mijn tenen halen.  Er leek geen energie meer in mijn lijf te zitten.  Hoe moest ik in vrédesnaam verder zo?

Nóg een jaar later, lag ik meer op de bank of op bed dan dat ik op was.  Ik kwam mijn verantwoordelijkheden na op mijn tandvlees en voelde me zó machteloos.  Hoe kon ik anderen uitleggen dat ik me zo beroerd voelde, terwijl de huisarts zei dat ik gezond was???  Ik zou als een grote aandachttrekker weggezet worden.  Behalve mijn echtgenoot dan.  Die zag me natuurlijk elke dag en had ook niet echt in de gaten dat het steeds verder bergafwaarts met me ging.

Alles wat ik deed ging sloffend en zó traag, dat het op móest vallen.  'Wat héb jij toch de laatste tijd?'  vroeg hij plotseling.  Ik liet me op de bank ploffen en zonder enige aanleiding liepen de tranen over mijn wangen.  Ik kón niet meer.  Ik was hélemaal opgebrand.  'Dit kan zo niet langer, ik zal een collega wel eens raadplegen,' mompelde hij.  Het was een uurtje of 2 in de middag en terwijl hij zich op zijn bureaustoel liet zakken, deed ik er 10 minuten over om boven te komen, waar ik me op bed liet vallen.  Het zal ongeveer een uur of 5 geweest zijn toen ik wakker werd en voelde me nog net zo moe als dat ik erin was gegaan.  Het liefst was ik blijven liggen tot de volgende dag, maar er moest eten op tafel komen.

Ik was me eigenlijk een soort geestelijk aan het voorbereiden om op te staan, wetende dat ik straks weer bevend op mijn benen aan het aanrecht zou staan.  Alleen de gedachte al.  Nadat ik al mijn moed bij elkaar had geraapt, wilde ik het dekbed van me afgooien...   Ik voelde paniek opkomen en het zweet brak me uit, toen ik me keihard realiseerde dat mijn arm geen dienst deed.  Ook mijn been die ik over de rand van het bed wilde gooien, wilde niet wat ík wilde...

In paniek begon ik te hijgen en probeerde me omhoog te drukken.  'Géééér!!' brulde ik als een gewond dier, waarbij ik worstelde om omhoog te komen.  Omdat zijn kantoor precies onder de slaapkamer zat, moest hij me direct gehoord hebben, want kort daarna ging de slaapkamerdeur open.  Met een paar stappen was hij bij me en keek me verward aan.  'Riep jij nou?' vroeg hij en stond met zijn armen iets van zijn lichaam af, alsof hij klaar stond om iets te doen.  'Wat is er aan de hand?'  'Ik... ik kan mijn armen en benen niet meer optillen,' huilde ik nu.  'Wat zeg je nou?' reageerde hij geschokt en liet zijn blik over mijn armen en benen dwalen.  Hij pakte mijn rechterarm en begon deze te masseren en heel langzaam voelde ik een lichte tinteling.  Na mijn ledematen allemaal gemasseerd te hebben, sloeg hij zijn arm om me heen en ondersteunde me de trap af, waarna ik in de bank plofte en de tranen van inspanning van mijn gezicht veegde.

'Dit kan zo niet langer.  Ik heb iemand gevonden waar je je maar eens moet laten testen en die ga ik nú bellen!' zei hij resoluut en stevende regelrecht weer naar zijn kantoor.

In de dagen voor de afspraak had ik weer hoop, maar stuntelde me door de dag heen.  Ik kon de dagen wel vooruit schóppen, terwijl al mijn hoop gevestigd was op deze afspraak.  Ik wilde er gewoon niet aan denken dat er wéér niets uit zou komen.  

Vier dagen later zat ik voor de grijs bebaarde man die me hopelijk verder kon helpen.  Ik had er nog nooit van gehoord, maar ik zou onderworpen worden aan de VEGA-test.  Iets dat niet voorkomt in het reguliere systeem.  Ik werd aan een machine gekoppeld die zou kunnen meten of er een stof in mijn lichaam zat die er niet hoorde.  Hij zei me op de meter te letten.  'Als je alleen een bromtoon hoort dan vindt de machine niet de stof die ik hem aangeef.  Als de meter uitslaat en je een hoge toon hoort, dan hebben we een match,' sprak hij bemoedigend.  Hij moet mijn angstige blik gezien hebben, toen hij vervolgens zei:  'Wees maar niet bang.  Als er iets in je lichaam zit wat er niet hoort, dan vínden we die!!'

Ik bleef alleen het steeds terugkerende gebrom van de machine horen en mijn hoop kalfde met de minuut verder af.  Plotseling klonk er een aanhoudende hoge piep en ik zag gespannen hoe de meter doorsloeg naar de andere kant.  Ik kon niks zeggen.  Ik keek de man alleen met smekende ogen aan.  'Dáár is de boosdoener!!  Nou mevrouwtje, ik begrijp waarom u zich zo beroerd voelt, want deze jongen is echt een sluipende moordenaar!  Nog even en u had in een rolstoel gezeten, met als traag gevolg... de dood...'

Ik draaide me om naar Geer en we keken elkaar ernstig aan.  Aan de ene kant was ik opgelucht dat er éindelijk een boosdoener gevonden was, maar aan de andere kant was ik heel erg bang!  'En wat is die boosdoener dan?' vroeg ik bijna fluisterend.  'Een jaar of 4 geleden bent u zonder het te weten gebeten door een teek, besmet met het  Lyme-disease.  Mijn mond viel open en ik dacht plotseling terug aan die hete zomer in Rockanje.  De wandeling over het pad door het bos, die uitkwam op het strand.  Ik zie nog hoe Geer voor me liep op die drukkende, warme dag van 35 graden.  Geen zon, alleen maar een zware, vochtige atmosfeer.  Het perfecte klimaat voor de insecten.  Ik zag het bloed langs zijn kuiten lopen, terwijl de insecten zich er óp leken te storten.  Ik weet óók nog dat we op het strand aangekomen, ons allebei meteen in het water hebben gestort om er zeker van te zijn dat alle beestjes van ons afgespoeld waren.

Ik kreeg een kuur die 6 weken zou duren.  Zo snel als maar mogelijk was moest ik urine bij hem brengen, want het medicijn zou gemaakt worden in combinatie met een lichaamseigen stof. Hij waarschuwde me dat het in die 6 weken alleen nog maar erger zou worden, waarna het heel langzaam aan zou afnemen.  Hij gaf het genezingsproces 3 maanden, wat in totaal een half jaar werd.  En hij had gelijk!  O, wat had die man een gelijk!!

De weken tijdens de kuur waren werkelijk niet te vergelijken met hoe ik daarvoor was.  En daarna ging het traag, zó verschrikkelijk traag voor ik verbetering merkte.  Ik begon wat te oefenen en het duurde minstens een half uur voordat ik voetje voor voetje bij de buren was.  Iedere dag iets verder.  Net zo lang tot ik genezen was.

Wáárom is het zo moeilijk om samen te werken???  Ik denk dat dit nu zo'n vijftien jaar geleden is.  Misschien wat langer.  Ze zijn dan nu wel bezig met allerlei onderzoeken naar Lyme-disease.  Maar als er iets anders ís, vanuit een alternatieve hoek (de natuurgenezer)!!  Dit duidt voor mij alweer op dat haantjesgedrag.  Iedereen wil maar roem scoren om middelen te kunnen introduceren voor genezing, terwijl er al degelijk andere wegen leiden naar genezing.  Als deze weg er niet geweest was, dan had ik nu óf verlamd... óf er misschien niet meer geweest...


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.